Rondje stuwmeren van Artouste en Migouélou (3.5 dagen)

Na de quasi perfect verlopen jeugdtrekking blijf ik nog een paar dagen hangen. Ik kies voor een lus vanuit Arrens. Dat is een vallei verder dan die van Cauterets waar we vorige week startten en eindigden. 

De lus volgt deels gewone gemarkeerde paden, deels afgelegen wilde paden die niet eens op de Franse IGN kaarten staan. Heel gevarieerd qua landschap ook, met vooral kalksteen en leisteen de eerste 2 dagen en dan volop graniet. Andere rotsen, andere erosievormen, andere planten.

Deze keer blijf ik in Frankrijk. 
Ik gooi op het laatste moment de route om. Zaterdag is wat de Fransen "grand beau" noemen, zon, heldere lucht, bijna geen wind. Dat is het weer voor lastige maar goudmooie routes naar prachtige uitzichtstoppen. De meertjes en de opties op een bivakhut zijn voor de dagen erna.  Voor wanneer het weerbericht regen voorspelt. 

Dag 1 Cirque de Litor - Lac de Louesque via Grand Gabizos en Pic de Louesque. 
11 km 1550 m+ 250 m-

De belbus brengt me keurig op tijd naar Arrens. Ik wil hoe dan ook vandaag de twee toppen doen, het weer is nu perfect.
Dus sla ik de hele aanloop via de GR10 over Col de Soulor over. Ik lift dus. Een sympathieke wandelaar brengt met met zijn camper ineens naar de start van de klim. Rond 11 uur sta ik op het bij fietsers overbekende vals plat naar de Col d'Aubisque door de Cirque de Litor.

Een fijne klim door herfstig beukenbos en daarna kortgegeten gras brengt me naar de herdershut van Larue. Ik zie eerst de herdershond die op zoek is naar afgedwaalde schapen. Daarna de Patou die er niet veel zin in heeft : ik kom er van af met een 10-tal rituele blafjes. Vreemd. Van andere wandelaars hoorde ik later dat de Patou (beschermhond tegen beren en wolven) van Larue écht vervelend kan zijn.
Volgende stap : de bron opzoeken. Hier is amper water, dit is allemaal kalksteen. De bron werkt en levert een klein beekje op van misschien 30 m lang, waar ik desnoods met wat geduld de drinkbussen kan vullen. Goed om weten voor als de geplande afdaling van de Pic de Louesque niet lukt.

Nog eens een uur later sta ik op het colletje aan het begin van de Taillades Blanques, dat is de kam naar de Grand Gabizos (2669). Dit is puur genieten : zonder de zware rugzak stappen op een brede graat met links en rechts een fantastisch uitzicht. En een paar keer klauteren over een rotsbult met allemaal grote en stevige klimgrepen. Ik kruis een tiental anderen, iemand alleen en twee families die beide een jongen van zo'n 10 à 11 jaar meehebben. 

De man alleen waarschuwt me voor de geplande afdaling van de Pic de Louesque (2554) : "du rocher merdique".
Dat was zo. Ik test ze uit en besluit dat dit veel te gevaarlijk is. De topo had het ook over afdalen langs links. Ziet er ook niet simpel uit. Voetje voor voetje zoek ik een logisch lijn door een steile gras- en puinhelling vol schapensporen. Het lukt, maar achteraf gezien zou ik het niemand aanraden. Ondertussen passeren onder mij door de ene na de andere vale gier. Ze maken blijkbaar gebruik van een zuchtje wind die hen uit de vallei naar de Col d'Uzious brengt. 
Nog een kleine afklim door stevige rots en ik sta in het valleitje met de Lac de Louesque (2335). Dit wordt mijn bivakplek. 

Zalig warm water in het meertje, enorme libellen (ik red er eentje die in het water was gesukkeld), kijken naar de bergen en naar de kudde schapen die zich een weg baant door de steile flanken van de Pic de la Latte, koken, kleren wassen en drogen op zonverwarmde zwarte leisteenblokken. Op het randje van meditatie. Wat een heerlijk rustgevende plek na de vele sensaties op de beide toppen. 

Dag 2 Lac de Louesque - Vallon de Soussouéou via Sanctus en Hourquette d'Arre
20 km 800 m+ 1550 m-

Ik was volop met de ochtendklusjes bezig - thee maken, cruesli eten, alles in de tent in het juiste zakje en tent en zakjes in de rugzak,... toen ik iets verderop een vale gier scherp zag dalen. Het was de derde, er zaten er al twee bij een dood schaap.
Nog geen kwartier later zeilden er nog 12 andere naar beneden. Veel geparadeer met wijdopen vleugels en veel gekrijs. Na een tijd ontstond een soort hiërarchie en kwamen er een stuk of drie aan eten toe, de rest stond klaar voor een volgend rondje bekvechten of wachtte wat hogerop tot over een paar uur de eersten wat verzadigd zouden worden.

Maar waar is de rest van de gieren ?

Ik volg een goed padspoor over Sanctus (2482), Col d'Uzious, en Lac du Lavedan.

Ah, hier zit de rest van de gieren. Ik tel er meer dan 50, die zich verzamelden rond twee dode koeien. Zelfde tafereel : een deel krijsend en vleugelklappend rond de kadavers, de rest rustig afwachtend hogerop. 
Bij Lac d'Uzious wordt het drukker. Dit is een klassieke picknickplek voor wie vertrekt uit Gourette, het skistation een stuk lager. Een oudere wandelaar heeft erg zin in een babbel en legt met uit waar de kapotte stuwdam en de gietijzeren buizen vandaan komen. Zijn grootvader werkte hier, ze dienden om een paar
machines van de mijn met waterkracht aan te drijven. Hij zei me ook dat er nooit ijererts gewonnen is, alle kaarten zijn fout. 
De man had gelijk, er is hier alleen zinkerts gewonnen. Meer hierover in deze blog en deze blog.

De GR10 met zijn internationaal wandelpubliek brengt me naar de Hourquette d'Arre. Eigenlijk 2 cols vlak  achter elkaar. Met een fijne bivakhut. 

De lange afdaling naar de immense vlakte van Soussouéou is erg gevarieerd. Eerst een ruig pad, daarna een lang vlak stuk op een oud muilezelspoor van de andere zinkmijn (die dezelfde ertsaders wint, maar afvoert naar Laruns ipv. naar Gourette).
Iemand raadt me met veel superlatieven het plateautje van Cézy aan als bivakplek. Mmm, misschien... Het is nog erg vroeg, dus ik kies voor een plek verderop.
De vallei van Soussouéou is magnifiek. In de Savoie, Zwitserland of Noorwegen zou zo'n plek vol staan met tweede verblijven, hier zijn het alleen een paar herdershuisjes. De herfst is hier al volop begonnen : bosbesrozijnen aan struikjes met rode blaadjes, dor gras, bruine beukebladeren, een explosie van duizenden Pyreneese herfststijlroos. Ik dwaal nieuwsgierig over de immense vlakte doorsneden met riviertjes en beekjes ; verderop volg ik het eeuwenoude spoor waarlangs koeien naar de paar stukjes weiland geleid worden. Wat een schitterende discreet pad door een intacte vallei. En dat buiten het nationaal park. 

Ik bivakkeer uiteindelijk in de buurt van Cabane d'Antigue (1600). Een spartaans hok van gestapelde stenen met een lekkend dak en met een voordeur die uitkomt op een modderpoel. Wie in deze vallei een bivakhut zoekt, kiest beter voor Cabane d'Orri.
Qua uitzicht en landschap een prachtige plek, maar het is wel een koeienwei en het is zoeken naar vlakke plekken. Een stuk hogerop, op ca. 1850m is er een groot vlak stuk. Daar zit je echter volop in het zicht van het treintje dat tot 7 à 8 uur 's avonds actief is.

Dag 3 Vallon de Soussouéou - Doumblas via Artouste en Migouélou. 
17km 1150 m+ 1200 m-

In de nacht was er net genoeg wind om de tent terug te drogen na de bui van gisteravond. Inpakken gaar dus snel. 
Ik kom toe in het kopstation van "le petit train d'Artouste" terwijl de crew alles nog klaarzet. Ik klim de trappen op samen met iemand van die crew uit Duinkerken. Hij heeft veel jobs, nu is het : snel papiertjes, hondenkakzakjes en blikjes wegwerken. Heel leerrijke babbel. Hij bevestigt wat ik al dacht ; dankzij dit treintje is de vallei van Soussouéou zo intact gebleven. Anders lag daar een afgelikt pad en waren herders weggetrokken of hadden ze zwaar moeten investeren in hekken, afsluitingen enzovoort, en hadden ze om dat allemaal rendabel te houden meer bos gekapt en meer weiden met bemest kweekgras aangelegd. Lac d'Artouste is het soort attractie waarmee je duizenden mensen per dag op één plek van de natuur laat genieten. Die plek wordt overrompeld maar is essentieel om de naruur in de ruime omgeving (het nationaal park) te bewaren. 


Het treintje is 100 jaar geleden aangelegd om materiaal en personeel naar de bouw van de stuwdam te brengen en is sindsdien een toeristische trekpleister. 

De man van het station had gelijk : ik kom op alweer een prachtig pad met nauwelijks passage. Witte graniet, een prachtig bergmeer, uitzicht op Pic du Midi d'Ossau en Balaïtous in de verte en lagere pieken vlakbij. En opnieuw een paar mijngangen.
Ik doe haasje over met drie Spaanyse jonge gasten. Spraakzaam onder elkaar - zeker ! Een gesprek met hen aanknopen is lastiger. Ik begrijp uiteindelijk dat ze de 3000 Ibónes trekking doen, een lus van 7 dagen. Ze hebben zware rugzakken, ze doen het met de tent en ze hebben ook piolet + crampons + touw + helm mee om op een extra dag de Vignemale te beklimmen. 

In de afdaling van de Col d'Artouste (2472) valt me plots iets op, en eens ik het zag, zag ik er duizenden. De witte graniet zit vol grijze xenolieten. Graniet is traag gestolde magma dus blijkbaar heeft het magma - de vloeibare rots in de aardkern - hier tijdens het opstijgen door de aardkorst duizenden en duizenden keien losgerukt en meegesleept. Die keien zijn daarbij ook gerekristalliseerd, maar nog steeds herkenbaar als "vreemde stenen" of "xenolieten" in het geologenjargon.
Bij de Refuge de Migouélou twijfel ik tussen twee afdaalroutes. Ik kies voor de gewone route met zijn eindeloze reeks haarspelden. De andere is technischer en veel wilder en interessanter maar de drukpijp van de waterkracht centrale (en de rommel die bleef liggen bij de aanleg ?) zijn er wel erg aanwezig. Door al dat afwegen zie ik de meest logische route over het hoofd : de col de l’Hospitalet en een laatste bivak hoog in de bergen. Misschien best, anders was de laatste dag niet zo relax geweest.

De afdaling valt best mee. Heeeel veel haarspelden, dat zeker. Het pad is pas heraangelegd, de erosiegeulen van de afkortingen zijn gedicht, het uitzicht is grandioos. 

Na de afdaling doe ik nog een sprintje omhoog, naar Doumblas (1580). Ik als enige omhoog, honderden dagjesmensen omlaag. Doumblas is een oeroude herders-weide, met prachtige groene gazonnetjes langs een kabbelend bergriviertje en een fraaie waterval.
De recente herdershut is een smerige boel. Teveel mensen laten de deur open en laten daardoor de schapen binnen. Ik slaap iets hoger en zet de tent op een klein droogbruin grasveldje (groen = vochtig) bij een toue. Een toue is een eeuwenoude herdershut uit gestapelde stenen onder een enorm rotsblok. Er zijn er twee hier, de kleinste is in zeer slechte staat, de grooste toue is mooi gerestaureerd. 

Uiteindelijk slapen we met 6 hier : ik, de drie babbelende Spanjaarden en twee vriendinnen. Elk groepje in zijn eigen bubbel. Wat een verschil met de gezellige bivaksfeer vol interacties van de jeugdtrekking vorige week.

Dag 4 Doumblas - Arrens 
15 km 100 m+ 800 m-

Opnieuw hikersgeluk : droge tent, helder uitzicht. Waarom niet buiten slapen hoor ik iemand mompelen ? Neen, geen optie, het zit hier vol muggen en kriebelbeestjes.
Lager, bij de 3 parkings en rond Lac du Tech, kruis ik de andere manier van bivakkeren. Die van de campers en die van de families die hun tent naast de auto opzetten.
Voor het eerst op deze vierdaagse stemt de natuur me triest. De omvorming van weiland terug naar bos is hier overal volop bezig en loopt normaal via fraaie dwergdennen, bosbessen- en heidestruikjes en alpenroosjes. Maar hier worden die meer en meer overrompeld en verstikt door braamstruiken. Vooral langs de wegen en paden, alsof mensenvoeten en -banden voor de verspreiding zorgen.

Het mooiste stuk is de oude weg om Arrens binnen te komen. Bijna niet gekend, en zo mooi door een oud beukenbos. 
Ik ben nog net op tijd in de dorpssuper voor die sluit voor de siësta. Daarna een douche in de camping en het dorpje bezoeken tot de belbus me richting Lourdes brengt.

Meer informatie 

De site is commercieel, maar geeft alle info om ze ook zelfstandig uit te voeren. Deze 7-daagse lus is vooral populair bij Spaanse hikers. Op dit circuit bestaan veel varianten, bv. weglaten afdaling naar Fabrèges, Col de Grand Fache ipv. Col de Combalès, weglaten afdaling naar Baños de Panticosa voor wie in Frankrijk vertrekt,... Voor nog meer varianten, zie dit verslag, het verslag van de jeugdtrekking "rond de Grand Fache" en dit tochtverslag van Debbie.

Topo Grand Gabizos : vanuit Gourette, vanuit Cirque de Litor, vanuit Lac du Tech. Terrein T4, beschrijvingen gemaakt door zeer ervaren bergwandelaars. 





Reacties

Populaire posts van deze blog

Tour de Vignemale praktisch

Rond de Grand Fache (5 dagen).

15 Juli - Aankomst in Andorra